top of page

Kinderboekenbrief Poëzie

Dat apen rijmt op schapen
En punt op pepermunt
Dat kun je zelf ontdekken
Zodra je lezen kunt

Maar als je zes of vijf bent
Of vier of drie misschien
Dan kun je nog niet lezen
Dan wil je rijmpjes zien

Dat kan! Dat is niet moeilijk
Wat zie je liever? Een spook
Heel goed! Nu gaan we verder
Het spook zit in de rook

Dat apen rijmt op schapen
En wat rijmt er op broek
Dat kun je zelf ontdekken
Ook nu al in dit boek

Uit: Dat rijmt/Ivo de Wijs

Er zijn verschillende bundels te gebruiken in de klas. Denk maar aan Een rijm in mijn oor van Riet Wille, Jij bent de liefste van Hans en Monique Hagen en de bundels van SKEP;  gedichten geschreven door kinderen.

 

1
De schatkist wordt in het midden van de kring gezet. Wat zit erin? In de liggen een aantal boeken en een spel (rijmen) met kaartjes. Leg een aantal kaartjes op de tafel. De kinderen benoemen de kaartjes. Laat de kinderen ontdekken, dat de kaartjes rijmkaartjes zijn.

Bekijk samen de boeken en lees er wat uit voor. Sommige gedichten rijmen, maar er zijn ook gedichten die niet rijmen. Vertel dat je elke dag een aantal gedichten voorleest. Vraag dan ook wat de kinderen van de gedichten vinden. De gedichten, die aanspreken kunnen vaker voorgelezen worden.

2
Het spel kan op een tafel gezet worden met andere ontwikkelingsmaterialen en spellen rond rijmen. Je kunt er ook werkbladen neerleggen.

 

3
Laat de kinderen thuis twee voorwerpen zoeken, die rijmen zoals een beer en een veer. Al deze voorwerpen worden door elkaar in de kring gezet. En nu maar kijken welke voorwerpen rijmen.

 

4
Kies een aantal voorwerpen uit en maak er een foto van. Maak er rijmkaartjes van!

 

5
Kies een aantal voorwerpen uit en maak er een foto van. Maak met behulp van het programma PowerPoint een rijmwoordenboek.

 

6
Probeer op een dag ontzettend veel te rijmen. 'Pim pam spruiten, we gaan nu naar ..... (buiten)! Of hokus pokus ping, we gaan nu in de.....(kring).
Kies een voorwerp uit en laat de kinderen zoveel mogelijk rijmwoorden verzinnen. Rijm ook op namen.

 

7
Een aantal gedichten kunnen ingesproken worden. Leuk voor in de leeshoek!

 

8
Maar er kan natuurlijk ook een powerpointpresentatie van gemaakt worden. Lees een gedicht een paar keer voor en laat de kinderen een tekening maken. Verwerk deze tot een presentatie. Dit kan natuurlijk ook bij zelfgemaakte gedichten! Zo heb je een digitale gedichtenbundel.

 

9
Ga met een groepje kinderen bedenken, waarover zij een gedicht willen maken. Het thema is mijn wereld onder woorden. Dat kan dus van alles zijn zoals mijn hond, de juf, mijn papa, de nieuwe fiets, mijn zere knie, mijn stoel, de bouwhoek, ruzie, verdriet, blij zijn enz.


10
Kies een van de onderwerpen uit en maak een woordveld. Bij een voorwerp (bijv. mijn fiets) kunnen de onderdelen besproken worden. Maar ook wat je met de fiets kan (hard rijden) of een gebeurtenis (vallen) en hoe je je daarbij voelde (verdrietig, want het deed pijn). Laat de kinderen bij een onderwerp zoals verdriet bedenken wat daar bij hoort. Luister goed, waarmee de kinderen komen. Soms komt er een hele mooie zin naar voren, die als uitgangspunt genomen kan worden.


11
Op een groot vel kan het gedicht gestempeld worden. Maak er een mooie tekening omheen. Hang de poëzieposters op in de klas.

 

12
Rond de gedichten uit de bundel 'Een rijm in mijn oor' zijn vele verwerkingsactiviteiten te verzinnen. Het zijn gedichten, die bij de belevingswereld van de kinderen passen.

 

13
Het volgende idee heb ik gevonden op de www.jufjanneke.nl  en heb ik gebruikt in mijn groep tijdens de Kinderboekenweek rond poëzie.













 

                                   




Oftewel gedichtenregen! In elke koker zit een gedicht uit de bundel Van mij en van jou/ Monique en Hans Hagen. Elke dag wordt er een gedicht voorgelezen. Natuurlijk ga je daarvoor wel even op de rijmstoel zitten! Bij elk gedicht hoort een verwerkingsopdracht. Het is voor de kinderen elke dag weer een verrassing!

Op de boekenplank

bottom of page