top of page

Kinderboekenbrief Gouden schoenen

Introductie

Benodigdheden:

Het prentenboek
sfeervolle muziek; te gebruiken als ‘soundtrack’ gedurende het project.
In dit geval: The Flower Waltz/ Tchaikovsky
cassetterecorder
goudgeverfde schoenen
takkenbos
sfeerverlichting
Voordat de kinderen de klas binnenlopen, wordt gevraagd of ze heel stil willen zijn. De kinderen komen in een mysterieuze sfeer binnen. Het lokaal is donker. Op de achtergrond is er bijpassende muziek te horen.
Voor in de klas staan de Gouden Schoenen, verscholen onder de bostakken. De kinderen gaan in de kring zitten.
Er wordt verteld dat de schoenen gevonden zijn in een groot bos. Wat zou je met de schoenen kunnen doen? Er wordt gevraagd eens goed naar de muziek te luisteren. Wat voel je bij deze muziek?
Na deze korte introductie wordt het boek tevoorschijn gehaald. Bij het voorlezen wordt extra aandacht besteed aan de prachtige illustraties, die ieder op zich schilderijen zijn. 
Vergeet daarbij ook de eerste (een opeenstapeling van roze varkensneusjes) en de laatste illustraties (allemaal gekrulde varkensstaartjes) niet.
Na het verhaal wordt gevraagd, kort, waar het verhaal over ging. Wat vind je erg mooi aan het verhaal?
Praat met de kinderen over het vinden en verliezen van iets waardevols. Hebben zij wel eens iets moois gevonden? Wat hebben ze ermee gedaan? Of hebben ze juist een keer iets heel waardevols verloren? Wat deden ze toen? Als ze iets moois zouden kunnen vinden, wat zouden ze dan het liefst vinden?
Wanneer Biggetje de Gouden Schoenen vindt, slaat zijn fantasie op hol. Wat betekent dat? Wat is eigenlijk fantasie (hebben)?



1
Prentenspel met muziek
In het kort vertelt een kind uit de klas waar het verhaal over gaat. Dan worden er 4 
prenten,  die verschillende sferen uitbeelden, op de rand van het bord gezet. Kort wordt er iets verteld over de prenten. Daarna krijgen de kinderen 4 verschillende fragmenten te horen. Bij elk fragment wordt er gekeken bij welke prent het muziekfragment hoort.
Natuurlijk wordt er gevraagd waarom. De gevoelens bij een stuk muziek kan verschillend zijn.


2
Schrijf een brief
Kinderen hebben vaak een grote affiniteit met een bepaald figuur uit een boek. Ze bewonderen een personage om zijn of haar heldhaftigheid of vinden hem of haar gewoon lief. Een uitstekend uitgangspunt om eens een keertje een brief te schrijven. De kinderen kunnen ieder hun eigen lievelingsfiguur uitkiezen en deze een klein briefje sturen. Aan wie  zou je een brief willen schrijven en waarom? Wat zou je willen zeggen? Al dan niet versierd met een tekeningetje. Je kunt ook als groep een bepaalde figuur centraal stellen. In groep 3 kunnen een aantal brieven op het bord geschreven worden. De kinderen kiezen er een uit en schrijven de brief.


3

Tekenen
De kinderen gaan tekenen naar aanleiding van het boek. Wat vonden ze mooi aan het verhaal, wat was spannend of juist zielig. Ze tekenen wat aansprak in het verhaal. Eerst worden de illustraties bekeken uit het boek. Er zijn twee soorten illustraties te vinden. De pentekeningen en de geschilderde prenten. Met pastelkrijtjes kun je een soortgelijk zacht, kunstzinnig resultaat krijgen. Het gebruik van pastelkrijtjes kan nieuw zijn. Laat dan eerst zien wat de mogelijkheden zijn van het materiaal, zoadat ze daar volop gebruik van kunnen maken.


4

Kunstwerk
De kinderen gaan nu zelf een kunstwerk maken à la eerste en laatste tekening uit het boek. Hiervoor knippen zij uit stevig karton een eenvoudige vorm. Deze vorm wordt in verschillende poses overgetrokken op tekenpapier en ingekleurd of beplakt worden met verschillende soorten papier. Ook kan er gesjabloneerd worden. Tijdens het werken kan de walsmuziek afgedraaid worden.


5
Gouden schoenen
Oude schoenen krijgen een opknapbeurt en worden goud geverfd!


6
Handpop
Van een roze washandje maak je een handpop. Gebruik vilt voor de neus en mond,  
wiebeloogjes en chenilledraad voor de krulstaart. Bind om twee hoekjes draad. Zo krijg je de oortjes.


7
Navertellen
Het verhaal kan met behulp van de prenten in het boek meerdere keren naverteld worden door een kind uit de klas.


8
Drama
Het verhaal kan meerdere keren uitgespeeld worden.


9
Biggetjesmuts
De hele klas kan een Biggetjesmuts maken. Neem een roze strook van karton. Laat de kinderen oortjes en ogen knutselen, een varkensneusje maken en de muts is klaar!


10
In een verhaal komen niet alleen personen en/of dieren voor, maar ook voorwerpen die vaak een belangrijke rol spelen. Rondom deze voorwerpen kan een geheel nieuw verhaal ontstaan.
Levenloze voorwerpen zoals gebruiksvoorwerpen kunnen levende wezens worden die  allerlei avonturen meemaken. “De nieuwe, spannende avonturen van de gouden schoenen”.


11
In het prentenboek Gouden Schoenen spelen de gouden schoenen, die Biggetje vindt een  belangrijke rol in het verhaal. Je zou deze schoenen heel graag zelf willen bezitten. Ook in sprookjes worden attributen gebruikt waarmee je de meest spectaculaire dingen zou kunnen doen. Met een toverstaf of een toverdrankje is niets meer onmogelijk: wat zou je doen met het toverfluitje van de Rattenvanger van Hamelen? Met betrekking tot het project: Wat zou jij doen met de gouden schoenen van Biggetje?


12
De meest gewone dingen kunnen ook een heel bijzondere bestemming krijgen. Een fietsje is een prachtig vervoermiddel om naar de maan te vliegen.


13
Ook het ‘verleden’ van de gouden schoenen kan aanleiding geven tot het bedenken van  nieuwe verhalen. Ze duiken als vanzelfsprekend in een boek op, maar hebben natuurlijk een eigen geschiedenis.


14
De DVD “Babe” kan bekeken worden.

15
Maak een bordtekening.

 

Op de boekenplank

bottom of page