Kinderboekenbrief Platvoetje
Prentenboek Platvoetje Ingrid en Dieter Schubert
Suggesties rond het prentenboek
1
Op de tafel staat een schatkist. Bekijk de inhoud met de kinderen. Waarover gaan we werken? In de schatkist ligt bijvoorbeeld een tandenborstel, een toverstafje, een vingerpopje van Platvoetje, een hoed, een gedichtje, vertelplaten en het prentenboek Platvoetje.
2
Lees het prentenboek voor. Omdat er ook vertelplaten in de kist liggen, kan het verhaal herhaald worden met behulp van het verteltheatertje.In de Drommie videoreeks zijn ook een aantal prentenboeken van Ingrid en Dieter Schubert 'tot leven gebracht' waaronder Platvoetje. neem een kijkje in de bibliotheek.
3
Er is ook een lees-luister-spelletjes-cdrom rond Platvoetje.
4
Je kunt met de kinderen een verteltafel inrichten. Bespreek wat je daarvoor nodig hebt en ga met de kinderen op zoek en maak attributen. Denk bijvoorbeeld aan de tandenborstel, een kind kan Nikkie spelen en een draak....
5
Kringgesprek:Wat zou je leuk vinden om te toveren? Wat zou je willen toveren van weinig in heel veel en andersom?
6
Maak een woordveld: Wat hoort allemaal bij toveren?
7
Toveren met ecolineLaat de kinderen met wasco een mooie tekening maken. Met ecoline eroverheen ziet de tekening er heel anders uit.
8
Laat Platvoetje (na)tekenen. Bespreek eerst hoe ze er uit ziet. Dit kan met kleurpotlood, wasco, pastelkrijt en verf. Eventueel Platvoetje erbij stempelen. Een draak kan natuurlijk ook.
9
Platvoetje heeft enorme voeten. Tijdens een spreuk gaat het helemaal mis. Teken de schoenen na en laat de kinderen de schoenen versieren.
10 Een tovertruc
Benodigdheden:
een emmereen
glas
een papiertje
water
Vertel dat je een bekertje water kan omkeren zonder er een druppel gemorst wordt. Een glas wordt tot aan het randje met water gevuld. Dat wordt met een stuk stevig papier afgedekt. Terwijl het glas voorzichtig wordt omgedraaid, wordt het papier goed aangedrukt en daarna wordt het losgelaten. Simsalabim geen druppel valt er uit. Tip: Probeer het eerst goed uit en zet er voor de zekerheid een emmer of een teiltje onder!
11
Verzin woorden die beginnen met de letter t van toveren en de p van platvoetje!
12
In liedjesboeken zijn genoeg liedjes te vinden rond dit thema. Denk maar aan Timpe tampe tovenaar. Liedjes met 'gekke' woorden kunnen goed als toverspreuk gebruikt worden.
13
In veel sprookjes wordt er getoverd of gebeurt er iets magisch. Lees elke dag een sprookje voor. Lees eerst een klein stukje en laat de kinderen raden wat het sprookje is.
14 Toveren met kleuren (mengen)
Teken de schoenen van Platvoetje op een groot vel papier. We mengen met de kleuren rood, geel, blauw, wit en zwart. Steeds wordt een stukje van de schoenen versierd!
15
Een gesprekje over het poetsen van de tanden. Waarom moeten de tanden gepoetst worden en wanneer? Bespreek wat goed en slecht is voor de tanden. Leg een aantal producten bij elkaar en verdeel deze in goed en slecht.Laat de kinderen een tandenborstel meenemen. Rond de tandenborstels kunnen voorbereidend rekenactiviteiten verzonnen worden zoals groepjes maken, sorteren op kleur, grootte etc.
16
Als Platvoetje een poosje in de klas blijft slapen, dan heeft ze natuurlijk een slaapplaats nodig. Laat de kinderen een bed/ slaapkamer en/of een huisje maken voor Platvoetje. Dit kan met verschillend constructie- of bouwmateriaal!
17 Poppenkast
Bron: Ingrid en Dieter Schubert, Platvoetje, uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam, 1986
Thema: anders zijn - heksen - niemand is volmaakt
Leeftijd: 5 jaar
Poppen: Nikkie met flaporen, heksje met gele tanden en grote schoenen aan waarin platvoeten steken. Decor: poppenkast met speelplank. Daarvoor plastic of kranten op de grond om de verf op te vangen.
Nodig: tandenborstel, gebroken bezemsteel, brief, vrolijke kleuren verf, kwastjes.
Inleiding: (De pedagogisch medewerker/ leerkracht staat voor de poppenkast en vertelt:)
Halverwege hemel en aarde wonen de heksen. Deze morgen zijn ze allemaal heel ongerust. Platvoetje is weg! Platvoetje, waar ben je? klinkt het door het heksenbos. (Tot de kinderen) Zullen wij ook eens roepen? Wij vinden haar misschien! (Samen roepen ze: Platvoetje, waar ben je? De pedagogisch medewerker/ leerkracht verdwijnt achter de poppenkast.
Nikkie en het heksje komen links op en het heksje gaat liggen slapen.)
Nikkie: Hé heksje, word eens wakker! (Het heksje springt op.)
Heksje: Wie maakt mij daar wakker? Ik wil slapen.
Nikkie: Ik! Ik wil mijn tanden poetsen. Hé, ben jij een echte heks?
Heksje: Natuurlijk ben ik een heks. Tandenpoetsen. Brrr, niets voor mij. Kijk maar naar mijn tanden, mooi geel. Nooit gepoetst, in geen 777 jaar! (Nikkie wil de tandenborstel pakken, maar het heksje is haar voor.) Ha een nieuwe bezem. (Het heksje vliegt weg op de tandenborstel, maar blijft zichtbaar.)
Nikkie: Geef op dat ding. Ik wil mijn tanden poetsen.
Heksje: Ik wil, vliegen.
Nikkie: Geef terug. Heksen vliegen niet op tandenborstels. Je bent helemaal geen heks.
Heksje: Ik ben wel een heks en ik heb een èchte bezemsteel. Kijk maar. (Het heksje pakt een gebroken bezemsteel.) Maar ik ben uit de bocht gevlogen en nu is de bezem gebroken. En ik wil weg... .ver weg!
Nikkie: Waar ga je heen?
Heksje: Weg... .ver weg.
Nikkie: Waarom? (Het heksje gaat dichterbij Nikkie staan.)
Heksje: Zie je dan niets geks aan mij? Ze lachen me allemaal uit.
Nikkie: Ik zie niets. (Tot de kinderen.) Kinderen, zien jullie iets? (Reactie kinderen.)
Heksje: Nou, en mijn voeten dan.
Nikkie: Niks, gewoon grote heksenvoetjes.
Heksje: Dat is het juist. Ze noemen met allemaal: Platvoetje
Nikkie: Ach, Lief Platvoetje, we hebben allemaal wel iets geks. Kijk maar naar mij: ik heb zeiloren. Veel te groot. De kinderen roepen me na: Nikkie, kun je al vliegen met die grote oren? Maar jouw voeten vind ik prachtig.
Heksje: Eigenlijk vind ik ze zelf ook wel mooi, alleen ze zien er zo saai uit.
Nikkie: Daar heb ik misschien wel een idee voor, maar ik ga eerst mijn tanden poetsen. Dan bedenk ik wel wat. (Nikkie gaat haar tanden poetsen.)
Heksje: Doet dat pijn?
Nikkie: Nee, het kriebelt. Wil je ook eens?
Heksje: Nee, liever niet. (Nikkie is klaar met poetsen.)
Nikkie: Ik heb een idee voor je voeten: verf. We kunnen ze verven. Kom, we gaan naar de keuken. (Nikkie en het heksje gaan links af. De leerkracht komt met het heksje en Nikkie voor de poppenkast. Samen met de kleuters verven ze de schoenen van de heks. Daarna komen ze links weer op.)
Heksje: Prachtig vind is ze. Niemand in heet heksentand heeft zulke vrolijke voeten. Ik ga er naar toe. Ik ben benieuwd wat ze nu zullen zeggen.
Nikkie: Ga je nu al weg? Zie ik je dan nooit meer?
Heksje: Jawel hoor, en ik heb nog een afscheidsgeschenkje voor je. (Heksje geeft een klapzoen aan Nikkie.) Daaaag! Nikkie: Daaaag! (Nikkie gaat links en het heksje rechts af. De pedagogisch medewerker/ leerkracht komt achter de poppenkast vandaan en vertelt:) pedagogisch medewerker/ leerkracht: Een paar dagen later kreeg Nikkie deze brief. (De pedagogisch medewerker/ leerkracht toont de brief.) Wat zou het heksje hebben geschreven en wat zat Nikkie terugschrijven? Zullen wij dat samen eens gaan verzinnen?
Verwerking: Samen de brieven schrijven. Oude schoenen meenemen en die gaan verven.
Bron: Lessuggesties Markiezaats bibliotheken/ Ingrid en Dieter Schubert
Op de boekenplank